26 juli 2022
Door Wim Zeegers
Deze column is geschreven naar aanleiding van een artikel in het AD van 23 juli 2022: “Niet alleen minder vlees, maar ook ánders eten”. Daarin zegt universitair hoofddocent Hannah van Zanten (WUR) onder meer: “Uit een andere studie blijkt dat je 30% minder land nodig hebt voor een plantaardig dieet. Voor ons huidige dieet is ongeveer 0,17 hectare landbouwgrond per persoon per jaar nodig, terwijl voor een veganistisch dieet zo’n 0,12 hectare nodig is. Een plantaardig dieet draagt dus bij aan voedselzekerheid en heeft minder milieu-impact”.
En over het gezondheidsaspect zegt zij: “Uiteraard moet je ook naar andere dingen kijken. Als je overstapt op een volledig veganistisch dieet, moet je opletten dat je alle essentiële nutriënten binnenkrijgt. Dat is zeker mogelijk, alleen vitamine B12 moet je op een andere manier aanvullen. Als iedereen zou overstappen op een plantaardig dieet, moeten we wel andere gewassen gaan kweken. Maar dat beteken niet dat er meer akkerbouwland nodig is”.
Je kunt er ook anders naar kijken. Citaat uit Livestock: “On our plates or eating at our table? A new analysis of the feed/food debate”, gepubliceerd op 17 juni 2017.
Highlights:
- 86% van de mondiale veevoeropname in droge stof bestaat uit voedermiddelen die momenteel niet eetbaar zijn voor de mens.
- In tegenstelling tot wat vaak wordt beweerd, is voor 1 kg vlees 2,8 kg voor de mens eetbaar voeder nodig voor herkauwers en 3,2 kg voor monogastrische dieren (dieren met één maag).
- Vee verbruikt een derde van de mondiale graanproductie en gebruikt ongeveer 40% van de mondiale landbouwgrond.
- De veestapel gebruikt 2 miljard hectare grasland, waarvan ongeveer 700 miljoen hectare als akkerland zou kunnen worden gebruikt.
- Bescheiden verbeteringen in de voederconversie kunnen een verdere uitbreiding van bouwland voor voederproductie voorkomen.
Abstract:
“Vee draagt bij tot de voedselzekerheid door essentiële macro- en micronutriënten te leveren, mest en trekkracht te leveren, en inkomen te genereren. Maar zij consumeren ook voedsel dat voor de mens eetbaar is en grazen op weilanden die voor de productie van gewassen zouden kunnen worden gebruikt. Vee, met name herkauwers, wordt vaak gezien als een slechte omzetting van voeder in voedingsmiddelen. In dit document worden het voederrantsoen en de voederconversie van vee wereldwijd geanalyseerd, met specifiek inzicht in de diversiteit in productiesystemen en voedermiddelen. De resultaten schatten dat de veestapel jaarlijks 6 miljard ton voer (droge stof) verbruikt – waaronder een derde van de mondiale graanproductie – waarvan 86% bestaat uit materialen die momenteel niet door de mens worden gegeten. Bovendien vertegenwoordigen sojakoeken, waarvan de productie kan worden beschouwd als de belangrijkste drijvende kracht achter het landgebruik, 4% van de mondiale veevoeder inname. Voor de productie van 1 kg vlees zonder been is gemiddeld 2,8 kg voor de mens geschikt voeder nodig in systemen met herkauwers en 3,2 kg in monogastrische systemen. Hoewel de veestapel naar schatting 2,5 miljard hectare land gebruikt, kunnen bescheiden verbeteringen in de efficiëntie van het voedergebruik verdere uitbreiding beperken.”
Wetenschapsjournalist Arnout Jaspers schrijft hier nog over, citaat:
“De efficiëntie van vleesproductie lijkt op het eerste gezicht heel laag: gemiddeld moet vee om 1 kilo vlees op de botten erbij te krijgen, 80 kilo plantaardig voer eten. Maar als je bedenkt dat vee grotendeels graast op onvruchtbaar land en veel reststromen uit de landbouw eet en als je alleen het voer meetelt dat mensen ook hadden kunnen eten, dan is die conversiefactor véél gunstiger: ongeveer 1 op 3. Vrij grazende runderen zijn eigenlijk autonome, zelf-sturende fabriekjes die heel efficiënt uit laagwaardige grondstoffen hoogwaardig voedsel weten te maken. Achter die gemiddelden gaan grote verschillen schuil. De intensieve veeteelt zoals we die in Nederland hebben, is zwaar afhankelijk van geïmporteerd veevoer, waarvan de productie ook nog goeddeels akkerbouw voor menselijke consumptie verdringt. Het heeft daarom een hoge conversiefactor. Of je daar als land op moet blijven inzetten is een valide vraag. Maar als je kijkt naar hoe de wereld als geheel zich het beste kan voeden, nu en in de rest van deze eeuw, dan is veganisme een dwaalspoor.”
Schrijfster en voormalig veganiste, gedurende 20 jaar, Lierre Keith in “The Vegetarian Myth” (2009):
“De waarheid is dat landbouw een meedogenloze aanval is op de planeet, en meer van hetzelfde zal ons niet redden. In dienst van eenjarige granen heeft de mens prairies en bossen verwoest, talloze soorten uitgeroeid, het klimaat veranderd en de bovengrond, de basis van het leven zelf, vernietigd.”
Citaat uit hoofdstuk 6 van mijn boek “De Grootste Slopers van je Gezondheid”:
Waarom heb ik het in de titel over ‘de valkuilen van plantaardige voeding’? Omdat met de beste [?] bedoelingen mensen wordt wijsgemaakt dat ze hiermee én het milieu én zichzelf van het beste voorzien. Er zijn natuurlijk best wel experts die weten hoe je een veganistische voeding zó in kan vullen dat je bijna geen tekorten opbouwt, maar dat zijn de uitzonderingen. De regel is dat mensen geen idéé hebben.
En denken met het slikken van een B12 voedingssupplement, wat op zichzelf ook al niet ‘natuurlijk’ is, dat alles okay is. Helaas. Een veganistisch dieet is een privilege van de elite. Je moet veel kennis hebben van de voedingstekorten die door deze leefstijl ontstaan en je moet weten hoe je die met voedingssupplementen kunt corrigeren; én je moet het je financieel kunnen veroorloven.
Professor Ben Bikman:
“A vegan diet is not compatible with human survival” [Een veganistisch dieet is niet verenigbaar met menselijk overleven].