Geiten zijn heel gezonde dieren – in hun natuurlijke omgeving. Iets anders wordt het wanneer deze dieren met duizenden tegelijk in megastallen worden (op)gefokt. De geitencyclus draait op volle toeren. Wat dat is? Ondernemers krijgen tot drie keer zoveel geld voor geitenmelk als voor koemelk. En het ANP meldt (18 april 2017): “Geitenmelk, geitenkaas en geitenyoghurt winnen aan populariteit. Volgens de Nederlandse Geiten Zuivel Organisatie (NGZO) is er vorig jaar 300 miljoen kilo geitenmelk geproduceerd. In 2000 was dat nog 75 miljoen kilo.” Dus wat doen ondernemers? Die gaan nog meer investeren in geitenbedrijven.
En dan – in 2007 – breekt de Q-koorts uit, veroorzaakt door een bacterie die de geiten bij zich dragen en overdraagbaar is op mensen. Er vallen doden, er raken mensen geïnvalideerd. Megastallen worden ‘geruimd’, dat betekent dat die dieren massaal worden afgemaakt. Maar ‘we‘ hebben een oplossing gevonden: verplicht vaccineren. Is dat waterdicht? Ook bij een mutatie van de bacterie? En ondervinden die beesten daar geen nadelige gevolgen van? En wat kost dat allemaal? Want: niet iedereen wordt er toch ziek van? Nee, en waarom niet?
Omdat sommige mensen een goede weerstand hebben en andere niet. En die laatsten worden het slachtoffer. Collateral Damage, wordt geaccepteerd. Slachtoffers hebben zich verenigd en procederen tegen de staat. Tot nu toe verloren. Op 20 april 2017 om 18.33 uur krijgt het ANP in de gaten dat ze de kinderombudsvrouw Margrite Kalverboer (what’s in a name…) in hun bericht van 13.47 uur nog ombudsman genoemd hebben. Zij sprak met zeven patiënten tussen de elf en achttien jaar: “Het was indrukwekkend. Ze zijn niet alleen moe, maar lijden aan migraine, voelen zich misselijk en zijn vaak overprikkeld, wat een beetje lijkt op ADHD. Daar bovenop komt dat ze een onduidelijk perspectief hebben: kunnen ze wel of niet naar school, kunnen ze een opleiding aan, hoe komen ze aan een baan en wat vertellen ze een werkgever?” Volgens Kalverboer zien sommige jongeren de toekomst zo somber in dat ze er depressief van worden. Ze stuiten nog vaak op onbegrip, zegt ze.
De Q-koortsproblematiek speelt dus nu al tien jaar! Zoals ik hiervoor schreef: de geitencyclus draait op volle toeren. En dat betekent dat er op enig moment overproductie zal ontstaan met kelderende prijzen, dat er subsidie regelingen in het leven worden geroepen, dat er uitkoopregelingen worden bedacht, enzovoort. Je kunt er op wachten. De sector is inmiddels zo groot geworden, dat als het fout gaat, de problemen niet meer beheersbaar lijken. Oud-GGD arts Jos van der Sande zegt dan ook: “Het is onbegrijpelijk dat wij toelaten dat er grote stallen gebouwd worden, en ook nog eens in deze hoeveelheid.”
Update 16 juni 2017: Het RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) publiceerde op 16 juni 2017 dit bericht: “Vaker longontstekingen in de buurt van veehouderijen“. Met name gaat het over geitenhouderijen en pluimveehouderijen.
Update 23 juni 2017: Op 22 juni 2017 publiceerde het AD over twee pagina’s een artikel: “10 Jaar Q-koorts, een stille ramp“. De krant schrijft: “Uiteindelijk zouden in Nederland naar schatting misschien wel 100.000 mensen besmet raken. Het grootste deel werd niet ziek of genas vrij snel. Maar zo’n 800 tot 1000 mensen bleven chronisch moe en ontwikkelden het Q-koortsvermoeidheidssyndroom (QVS). Daarnaast zijn er nog eens honderden mensen bekend die chronische Q-koorts hebben. Vaak gaat het om mensen uit risicogroepen. Van de mensen die overlijden aan Q-koorts heeft het grootste deel de chronische variant. Volgens een database van het Universitair Medisch Centrum Utrecht zijn zeker 74 mensen overleden. Het is aannemelijk dat het er in werkelijkheid (veel) meer geweest zijn. Er waren en zijn immers ook chronische Q-koortspatiënten die nooit een diagnose hebben gehad.” Het is een grof schandaal: bestuurlijk (bagatelliseren) en medisch onvermogen. Lees eens het boek van dokter Thomas Levy: “Het ongeneeslijke genezen“. Het Brabants Dagblad heeft een project – het Q-koorts Monument – opgezet van interviews met 20 nabestaanden.
Update 24 juni 2017: De apen komen langzaam uit de mouwen. Roel Coutinho, hoogleraar Life Sciences, voorheen directeur infectieziekten-bestrijding van het RIVM, zegt in een interview met De Gelderlander op 23 juni 2017 onder meer: “Er wordt altijd wel gezegd: volksgezondheid staat voorop. Maar in de praktijk is dat niet meteen zo. Er waren economische belangen, daar moet je eerlijk over zijn. De afweging is dan: nu ingrijpen of nóg beter uitzoeken hoe het zit. Zo was het ook bij de Q-koorts. En ja, er is een politiek-bestuurlijke afweging gemaakt die achteraf grote nadelige gevolgen heeft gehad voor de Q-koortspatiënten. Dat is hard, maar waar.” De toenmalige landbouw-minister Gerda Verburg (CDA) hield zich voor de journalist onbereikbaar. En de toenmalige gezondheid-minister Ab Klink (CDA) stelde tegenover de journalist dat de huidige minister staatsrechtelijk verantwoordelijk is ‘voor het beleid van toen en de gevolgen ervan‘.
Update 15 juli 2017: Er komt toch “een vorm van tegemoetkoming” voor Q-koortspatiënten. Het demissionaire kabinet reserveert daar 10 miljoen euro voor en kondigde vrijdag 14 juli 2017 aan ook een begin te maken met het uitwerken van een regeling. “Het kabinet is zich er zeer van bewust dat Q-koorts grote gevolgen heeft gehad: mensen zijn ernstig ziek geworden, zelfs overleden. Het kabinet wil komen tot een vorm van tegemoetkoming als gebaar ter erkenning van de grote gevolgen die Q-koortspatiënten hebben ondervonden“. Lees hier het gehele bericht.
Update 19 augustus 2017: Historica Dr. (Dr. per 21/9/2017) A.F. Haalboom publiceerde in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde (NTvG) een artikel onder de titel: “Was de uitbraak van Q-koorts een verrassing?” (08-2017). Hieruit citeer ik het volgende:
“Historisch onderzoek laat zien dat Nederland gedurende de 20ste eeuw steeds op dezelfde manier is omgegaan met zoönosen* die bij productiedieren voorkomen. Het landbouwdomein had het primaat bij de bestrijding van deze ziekten. Het volksgezondheidsdomein verkreeg weliswaar een secundaire verantwoordelijkheid, maar die bleek ontoereikend om de bevolking tegen zoönosen te beschermen.”
“De macht van het ‘groene front’ is weliswaar afgenomen en het belang van de humane gezondheid is in het maatschappelijke debat juist toegenomen, maar toch hebben de volksgezondheidsautoriteiten niet meer zeggenschap gekregen over de bestrijding van zoönosen.”
“Aan de ene kant won gezondheid aan belang in de publieke opinie. Maar aan de andere kant kregen infectieziekten -die de gehele bevolking bedreigden- in de jaren negentig minder prioriteit dan de individuele gezondheidszorg en de daaraan gekoppelde kostendiscussies en medisch-ethische kwesties. Ook de institutionele positie van de veterinaire volksgezondheid verzwakte, bijvoorbeeld door het verdwijnen in 1997 van de Veterinaire Hoofdinspectie, die ressorteerde onder de minister van VWS. Desondanks verliep de bestrijding van BSE** in Nederland probleemloos, omdat volksgezondheids- en exportbelangen dit keer niet haaks op elkaar stonden, maar om dezelfde drastische bestrijdingsmaatregelen vroegen.”
“Idealiter zijn het niet alleen belangenbehartigers en deskundigen die over de machtsverhoudingen tussen landbouw (veeteelt) en volksgezondheid beslissen, maar ook burgers: zij zijn de potentiële slachtoffers van uitbraken van zoönosen. Maar is dat mogelijk, zolang we niet weten welke uitbraak de volgende is?”
* Zoönosen zijn infectieziekten die van (productie)dier op mens worden overgedragen.
** BSE: gekkekoeienziekte.
Aan het einde van het artikel verwijst Dr. Haalboom naar het op 22 september 2017 te houden symposium “One Health: verleden, heden en toekomst van zoönosen”, voorlopig programma:
Update 31 augustus 2017: Provincie Gelderland neemt spoedbesluit: geen enkele uitbreiding meer van de geitenhouderij. Dit met het oog op de volksgezondheid. Zie dagblad Trouw.
En natuurlijk roept dit weerstand op bij belanghebbenden, zie Boerderij en de reacties bij het artikel. Wil je meer informatie hierover, dan is de zoekmachine aangewezen!
Update 23 maart 2018: Het Radboudumc in Nijmegen is er volgens een bericht op de website (22 maart 2018) – alleen in het Engels, godbetert, mogen de getroffenen het niet lezen? – trots op, dat de resultaten van hun Q-koorts onderzoek wijdverspreid door de media onder de aandacht zijn gebracht. En wat heeft dat onderzoek uiteindelijk opgeleverd? Epidemioloog Ellen van Jaarsveld zegt er dit van: “Wij kunnen niet zeggen dat behandelen geen effect heeft, maar als de getroffenen niet waren behandeld had het er waarschijnlijk niet beter uitgezien”. Kromspraak in optima forma, vind ik. Bij patiënten met chronische Q-koorts nemen de klachten met de jaren toe. Het lijkt een progressieve ziekte te zijn. En verder ben ik van mening dat een optimale behandeling niet heeft plaatsgevonden. In mijn boek ‘Stille Slopers’ leg ik een en ander uit. Wel promoveert iemand op het onderzoek. Dat is Stephan Keijmel natuurlijk van harte gegund. Zou niemand op het idee komen zich af te vragen hoe je het immuunsysteem van deze in de steek gelaten mensen zou kunnen versterken en hun weerstand zou kunnen vergroten?
Update 2 februari 2019: Voor de ontwikkelingen in dit dossier verwijs ik verder naar de website van Q-uestion Stichting voor mensen met Q-koorts.